zondag 20 september 2015

Nog een brief aan papa (eenendertig maanden later)

 Dag papa,
 
Je weet het. Ik zie in gedachten die typische meewarige, parallelle lachrimpels in kaken verschijnen. Deze brief is opnieuw een vluchtpoging van wat ik écht wil schrijven. Maar ‘t is zo verdomd moeilijk. Jij keek neer op schrijvers die dicht bij de eigen navel schrijven. Maakt dat mij zo streng voor mezelf? Ik kan immers niets anders zo goed als dichtbij blijven, onderhuids. Al sijpelt er soms een stukje wereld in de tekst, een klein of groter onrecht, een oude mythe.
 
Ik heb het als Andreas geprobeerd, een verhaal schrijven dat meer dan vijf pagina’s nodig had. Maar dat was vlak na jouw dood, dus ook dat was bovenal een vluchtpoging. Het nam bezit van mij, dat verhaal. Het perste me in no time leeg. Daarom liet ik het noodgedwongen liggen. En twee jaar later is ook dat verhaal nog steeds niet klaar, het dwaalt samen met zoveel andere ongeschreven verhalen rond in een oerwoud dat steeds bedreigender voelt. Ik weet overigens niet of je dat oerwoud kan ontwijken, als je de verhalen wel afrondt. Het schijnt dat er schrijvers bestaan die er geen benul van hebben, van dat ondoorgrondelijke bos, schrijvers die toch verhalen schrijven die er toe doen. Die hebben dan naast discipline ook een goede verbeelding, volgens jou. Mij ontbreekt de discipline. Discipline is lef. Verbeelding, daar ben ik mee geboren. Het woont in ieder geval verdomd dicht bij de navel die jij een zwaktebod noemde.
 
Voor mij zijn verhalen geen tastbare zaken die geboren worden. Ze zijn gedoemd om zaadjes te zijn, die zich in het beste geval in harten en hersenen nestelen, om daar verder te groeien, in elkaar te haken. Of misschien zijn verhalen schelpen waarin de zee ruist. Een poëtisch beeld, daar niet van. Maar het maakt een gekmakend, oneindig geluid. Kiezen daarom zoveel schrijvers voor de dood, meer dan muzikanten, schilders? Omdat de verhalen in hun hoofd nooit een duidelijk begin hebben, nooit een duidelijk einde? Omdat de verhalen de zeggingskracht missen die hen ooit helemaal losweekt van de schrijver, van de lezer, van het bewustzijn?
 
Ik liep daarnet naar de supermarkt. Voorbij de kassa viel mijn oog op een papier dat aan zo'n wand vol zoekertjes hing. ‘Kat gevonden.’ Oftewel: rechtmatige eigenaar gezocht. Ik glimlachte. Dat we verloren dingen terug vinden, het is uitzonderlijk. Vaker raken we kwijt waar we ons leek toe te horen. Daar vrede mee vinden, het is waarschijnlijk een belangrijke truc. Of inzien dat het twee zijden zijn van dezelfde medaille. Maar ik werd vooral een beetje gek van het feit dat zelfs zo’n oproep me in mijn hoofd verder liet schrijven, dat die twee woorden hun plek in het verhaal zochten dat ik aan het opbouwen ben. Het bord met eten staat quasi onaangeroerd naast de laptop. Dat wat ik schreef beter lijkt te zijn dan wat ik kookte… het moge een schrale troost zijn.
 
Maar goed, ik probeer het dus opnieuw. Een verhaal schrijven dat om meer dan vijf pagina’s vraagt. En ja, het zit zowat in mijn navel, het zindert voelbaar onder mijn huid. Dat spijt me. Maar niet echt. Je moet begrip hebben voor wat me bang maakt, papa. Je moet me beschermen voor wat me op wil eten, dat is nu eenmaal wat vaders doen, zelfs als ze dood zijn. Ze moeten zeggen: ‘sluit je jas, knoop je veters voor je de deur verlaat, vergeet niet te eten als je schrijft.’ En verder moeten ze vooral vertrouwen, die vaders. Dat vertrouwen zo groot laten zijn, dat het van hun kinderen lijkt.
 
Alsjeblieft,
Marie
 
PS Ook een publiekelijke dank aan wie mij steunt. Door te lezen wat niet online komt te staan. Door schrijfsoundtracks te sturen. Door te koken, terwijl ik schrijf.

2 opmerkingen:

Lucu zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Lucu zei

Mooi verwoord, Marie, die angst en die voortdurende worsteling met de verwachtingen en stokpaardjes van je vader. Jouw persoonlijke 'Brief an den Vater' met hier en daar een danteske toets (tenminste, dat is hoe ik het lees): "Juist midden op de reistocht van ons leven zag ik mij in een donker woud verloren, daar ik van het goede pad was afgeweken. Helaas, hoe 't was, dat woud, valt zwaar te zeggen: zo wild was 't en zo woest, zo dicht en donker, dat de angsten nog herleven bij 't herdenken. Ja, zelfs de dood kan haast niet erger wezen." Ik vind dat je gewoon moet gaan voor wat je wil, voor de volle 100%. Iemand met jouw talent is het bijna verplicht om te publiceren. Just go for it!

Populaire berichten