woensdag 25 maart 2015

Rethink HvA en fonkelende ogen




Toen ik vanochtend de wifi op mijn telefoon aanzette, stroomde dezelfde foto meteen een paar keer binnen. Mijn naam was blijkbaar één van de drie namen die onder het kopje ‘Rethink HvA’ vermeld werden in Folia, het blad van de Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam. Pieter – ook Belg - en Gerlof, beiden collega’s in de medezeggenschapsraden, omringden me. Welbespraakte vlegels met een hart voor onderwijs en een brede blik op de wereld, het gezelschap was dus niet het probleem van de gedeelde stempel. Al is het natuurlijk een gemiste kans dat Rethink HvA niet geïntroduceerd werd als een diverse club medewerkers én studenten, die zowel offline als online een open, inhoudelijke dialoog houden over het hbo-onderwijs (en -bestuur) van de toekomst. Dat het forum op één weekend door een student uit de grond gestampt werd, is veelzeggender dan drie namen van medewerkers bij elkaar. Maar de ‘revolutie’ moet blijkbaar namen krijgen, nog voor ze tijd krijgt haar draagvlak en taal te vinden, of zelfs haar bestaansrecht breed kan polsen. De 'branding' gebeurt voor de ‘temperaturecheck’.

Ik voelde weerstand bij de stempel omdat ik meteen mijn naam door de ogen van mijn eigen bazen zag. Daar was Marie weer, de opstandige rebel, outcast en verzetsmadam die haar gevechten niet goed weet te kiezen. Eén derde van de papieren outing van ‘Rethink Hva’. De visie? Ach…  de rol is duidelijk, het kamp: dat van de tegenstander. Zucht. Sta mij, voor ik verder ga, één tegenwerping toe. Meer dan rebel ben ik dwars(verband)denker en samenwerker. En daarna één generalisatie: Nederland houdt nog meer dan mijn vaderland van vorm, kaders, duidelijke rolverdelingen. Dit doorgeslagen Verlichtingsdenken merk je overal en zorgt voor apolitieke kroeggesprekken, voor een voorzichtig publiek debat waarin het gros van de meningsverschillen beleefd wordt gemedieerd. Ook de openbare ruimte, de fysieke uiting van het poldermodel, is tot in het hygiënische en uiterst voorzichtig geneutraliseerd. Je neemt in deze ruimte best niet te veel rollen aan, want dat maakt het stempelen zo complex. Herinvoering van intuïtie en ander onbenoembaars, het voelt soms als roepen in een kurkdroge woestijn, maar het is nodig. Is het gek dat ik mijn hartje al meermaals ophaalde aan het Maagdenhuis en daar aan de lippen hing van denkers als Joris Luyendijk? Is het gek dat ik nu pas de wervelende hoofdstad uit mijn jeugddromen herken? Dat ik de brandende noodzaak voel om onderwijs samen te zien als iets wat ver voorbij rationele kaders gebeurt?

Weg met strakke rolverdelingen. Ook bij onderwijs geldt: vernieuwing vind je voorbij het hokjesdenken. Bovendien eist deze kantelende wereld dat je veel rollen aan kán nemen. Sterker: ik geloof dat hoger onderwijs moet voorbereiden op multidisciplinaire samenwerking in een – in grote mate onvoorspelbaar – beroepenveld, dat je daarover moet nadenken als je onderwijs vormgeeft. Dat deze flexibele houding niet per se betekent dat je te veel petten draagt. Ik geloof dat (mede)zeggenschap in het onderwijs een nieuwe adem krijgt door initiatieven als De Nieuwe Universiteit en Rethink HvA, dat deze allianties elkaar niet ondermijnen, maar ondersteunen. Dat deze ‘blending world’ bovendien niet enkel uitnodigt tot ‘blended learning’, maar ook tot open vizier, kruisbestuivingen, hybride identiteiten en diverse communicatiekanalen.

Ik vervul met enthousiasme mijn taak als lid van de domeinraad. In die raad ben ik inderdaad vaak de brutale Belg. Maar natuurlijk prikken ook mijn ogen van ontroering als ik in de Duitse natuur aan het kampvuur gesprekken voer met studenten. Ik geloof in de mogelijkheden van MOOC’s, maar ook in socratische gesprekken, in de eeuwenoude kracht van verhalen. In visie, in het beste van twee of meerdere werelden. Ik geef nu elf jaar les en noem die lessen het meest geslaagd als ze niet enkel mijn studenten, maar ook mij uit de comfortzone halen. Af en toe val ik bijna in slaap van mijn eigen lessen: wanneer ik nog eens hetzelfde verhaal herkauw. Om deze langdradigheid te beperken, kruip ik morgen in de huid van interviewer en vraag ik collega Daniel van Middelkoop honderduit over zijn visie op rendementsdenken in het HBO. Vraag de aanwezigen nadien wat je met open gesprekken over onderwijs kan doen, terwijl in een ander deel van de stad dezelfde vraag op een andere manier wordt ingestoken. Misschien klinkt het antwoord wel even veelzijdig als wanneer je een kind vraagt wat het met paperclips kan doen. Veelzijdig en verfrissend dus.

Vorige week belandde ik in een brainstorm met jonge medewerkers van de UvA en HvA. Ook Huib de Jong, eindbaas bij de HvA, nam deel. Hij sprak in een kring over grensoverschrijdende samenwerking. De stoelen waarop we zaten waren even hoog. Een andere bestuurder boog zich over een flipovervel toen we bij een pizzapunt, los van formele rollen die we gewoontegetrouw aannemen (hij die van bestuurder, ik die van brutale Belg) nadachten over creativiteit in het onderwijs. Onze ogen fonkelden. Natuurlijk betekent deze alinea niet dat ik het altijd met bestuurders eens ben. Maar ik probeer de zachte blik te houden, een hoofd te hebben dat ook het onmogelijke voor mogelijk houdt. Ik weet: bevlogenheid vind je niet in logo’s, maar in visie. Niet in mantra’s, maar in de idealen waarmee deze mantra’s gezongen worden. Verbinding vind je in de mens, niet in de cijfers. De mens vind je voorbij de rol die het meest vertrouwd is.

Rethink HvA? Zeven stellingen tot nu toe. Vertrekpunten voor een brede discussie. Misschien vindt een of andere rebel wel dat het er acht moeten zijn. Of zes. Misschien is die rebel wel een bestuurder. Of een minister de rebel. Afspraak aan het kampvuur? Dit verhaal is niet af. Het is meer dan mijn verhaal. Of dat van Rethink HvA.



Geen opmerkingen:

Populaire berichten