zondag 11 januari 2015

Vrije mening? Een grap die tegen de haren in strijkt



Ik trok deze week niet naar de Dam om met talloze geschrokken burgers te rouwen om de slachtoffers die in Parijs vielen tijdens een aanslag op de redactie van het satirische blad Charlie Hebdo. In eerste instantie vermoedde ik dat dit besluit vooral te maken had met niet willen luisteren naar hoe premier Rutte mijn recht op vrije meningsuiting verdedigt. Of dat oorlogen in het Midden-Oosten, die mee de voedingsbodem vormen voor het religieuze fanatisme van de daders en die met onze stille, economische steun al decennialang een paar nullen méér slachtoffers maken, mij bozer en machtelozer doen voelen dan dode cartoonisten. Dat wél naar de Dam gaan na de gebeurtenissen in Parijs meer zou getuigen van massasentiment en hypocrisie dan van zelfinzicht en een eigen, vrije mening.

Toch verwonderde mijn weerstand me. Hoe belangrijk is het immers niet dat we samen ‘nee’ zeggen tegen geweld en censuur? Nu verzamelden zich op de Dam eindelijk meer mensen dan drie man en een paardenkop op het Malieveld… en toch wilde deze rebel niet verenigd steigeren? Een paar dagen later worden mijn redenen voor afwezigheid steeds genuanceerder en existentiëler. Ik deel met de massa niet zomaar ‘Charlie’, 'juif’ of ‘Ahmed’. Ik deel enkel ‘je suis'. Dat gedeelde bestaan is best ingewikkeld te midden van Facebooklikes die ons hap-slik-weg bevestigen en massaal rouwsentiment dat ons mee probeert te slepen. Het is dan makkelijker om de schuldigen bij religie te zoeken dan ons eigen aandeel toe te geven, of te erkennen dat de nood om vaste grond onder onze voeten te voelen behoorlijk groot blijft. Enkel ‘je suis’ deel ik met de massa, omdat ik niet de enige ben die zich krampachtig probeert te plaatsen in een wereld die onaanvaardbaar is. Die contradictie – individu willen zijn in een conflicterende wereld – is het meest omvattende taboe van deze (en misschien wel alle) tijden. Duid mij iemand aan die wil dat alles bij het huidige blijft. Duid mij vervolgens iemand aan die weet hoe te veranderen. Precies, moeilijk. Ons grootste taboe is onze plek in deze wereld.

Dat taboe wil ik onder woorden brengen. Dit lukt mij niet met een cartoon, met de belediging, door tegen schenen te schoppen. De schampere lach is mijn wapen niet. Zachter nog: ik hoop dat mijn pen geen geweer is, maar vaker een veer die kippenvel geeft en het gevoel dat elke porie een eigen, weerloos leven leidt. Dat deze pen ook grimassen trekt, je eraan herinnert dat je een dier bent dat doodgaat. Dat de pen provoceert, laat rillen en je vervolgens het licht toont, de tederheid waarmee je de wereld kan benaderen. Echte veiligheid gaat tenslotte niet zozeer over wat de ander je aandoet, maar wat je jezelf toelaat en waaraan je weigert deel te nemen. Daarbij is het belangrijk om zo vaak mogelijk de dag met nieuwe grappen aan te vangen, die op verfrissende wijze actuele vragen stellen. Grappen die ondeugend en onverwacht zijn en ook liefdevol tegen de haren in weten te strijken.

Deze week zag ik de zogenaamde zelfmoordtape van Hans Teeuwen, zijn reactie op de moorden in Parijs. In 2007 krulden mijn mondhoeken nog bij zijn gekissebis met de meiden van Halal. Deze lach was toen al ongemakkelijk. Ik ben een links meisje dat liefst geen hele bevolkingsgroepen over dezelfde kam scheert. Maar dat was niet de reden dat de lach uitbleef bij Teeuwens zelfmoordtape die - oh-ironie - gelardeerd met reclame voor een reisbureau op YouTube en sociale media verscheen. Ik zag een verwarde man die radeloos en opgejut door de kamer beende. Ik begreep niet wat hij juist verdedigde en vermoed dat hij dat zelf evenmin weet. De tape stelde niets in vraag, maar herhaalde op onsamenhangende wijze wat uitgemolken kreten van protest.

Dit gaat niet zozeer over Teeuwen. Wel over hoe sarcasme en satire anno 2015 vaak onvermijdelijk passé aanvoelen. Als je kanttekeningen wil plaatsen, kies dan naast het gevecht ook voor de juiste pen. Zoek provocaties die uitdagen en veranderen. Humor die verdacht goed aansluit bij het discours van machtsgeile politici, is niet grappig meer. Door eindeloos te herhalen dat linkse meisjes het liefst gepakt worden door rechtse jongens, moslima’s in je provocaties bij hun hoofddoekje te grijpen, door martelaars uit te tekenen dat hen geen maagden wachten in het hiernamaals, herkauw je misschien wel wat je aan wil kaarten. En voor je het weet protesteer (en recupereer) je schouder aan schouder met griezels als Bart De Wever en massamoordenaar Netanyahu. In een discours dat verdacht agressief is én polariseert, in plaats van knipogend uit te nodigen taboes te ontrafelen en achter je te laten.

Ik schrijf ondertussen verder en droom. Van een wereld waarin linkse meisjes rechtse rakkers leren wat een prostaatorgasme is. Van een wereld waarin voorgaande zin als minder ranzig wordt gezien dan de virale filmpjes vol geweld die duizenden keren op sociale media gedeeld worden. Van een wereld waarin protest tegen ver-van-ons-bed-bloedvergieten leiders tot voorbij het kantelpunt slapeloos maakt. Van een wereld waarin de grap tot begrip en actie leidt, liefde tot zelfinzicht en een andere wereldpolitiek. Een wereld waarin een man zijn vriend troostend door zijn haren mag strijken, zonder dat hij vreemd wordt aangekeken. Van een wereld waarin God ook een bloedgeile vrouw mag zijn. Of onze planeet.






Geen opmerkingen:

Populaire berichten