maandag 24 februari 2014

Revoluties in golven en een leeuwenpak: 'Leeuwenstrijd' van Thomas van Aalten

Een recensie starten met info over de auteur is op zijn minst niet koosjer. Dat geldt ook voor het boek bespreken van een bevriende schrijver en collega. Dus vooruit, twee zonden in één klap. Ik vind het knap hoe Thomas van Aalten naast docent ook vader is en er daarnaast in slaagt om ruimschoots voor zijn veertigste verjaardag een zevende roman te publiceren. Het lijkt onontkoombare liefde voor het schrijven te zijn, die van Aalten zo’n gevleugelde pen schenkt. Ze spat in ieder geval van de bijna vierhonderd pagina’s die Leeuwenstrijd telt. Van Aaltens zevende telg is spannend, beeldend en heeft een eigenzinnig en knap opgebouwd plot. Het boek, dat leest als een sneltrein, wil gelezen worden. Dit wordt al in de openingsalinea’s voelbaar. Respéct.

Op de kaft staat dat Leeuwenstrijd een familieroman is. Verwacht geen graven waarop gespuwd wordt, noch uitgesponnen karmaverhalen of ouder-kindrelaties waarin diep gewroet wordt. Of verwacht dit een beetje, maar dan aan een pijlsnel tempo en met een panoramische blik op het Nederland van de afgelopen honderd jaar. Het boek springt in vier delen over en weer tussen vier verschillende perspectieven, die van de heren Dona uit vier verschillende generaties. De oudste, Gino Dona, groeit als zoon met liberale sympathieën op in een communistische, Italiaanse arbeidersfamilie in Nederlands Limburg. Hij vlucht, vermomd als leeuw in een circuskaravaan, naar Amerika als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Het boek opent met de rebellerende Luca, Gino’s achterkleinzoon, die het inmiddels versleten leeuwenpak in een koffer vindt.

Dit leeuwenpak maakt met een wisselende symboliek (van overlevingstactiek tot verkleedkostuum om een decadent ballenfeestje op te schrikken) duidelijk wat het familieverhaal wil vertellen: revoluties komen in golven. Daarom heeft een jongeman vaak meer met zijn grootvader gemeen dan met zijn vader, althans wat politieke voorkeuren betreft. Het boek is het resultaat van gedegen historisch onderzoek en dat is ook meteen wat het interessant maakt. Dat het daarenboven zo vlot leest, getuigt van een magnifieke vertelkunst.

Soms echter ligt de historische context er wel erg dik op en word je als lezer ook benieuwd naar wat die verschillende Dona-gezichten gemeen hebben, die zich in de leeuwenkop vermommen. Eduard Dona, zoon van Gino en tweede generatie, neemt deel aan de ABC-mars, een protestmars tijdens de woelige jaren zestig. We komen te weten dat de deelnemers Vinkenoog, Bourdieu en Burroughs lezen en naar The Moody Blues en The Walker Brothers luisteren. Maar eigenlijk ben ik meer nieuwsgierig naar de schaamte die Eduard voelt als een meisje halfnaakt en flink beneveld in het leeuwenvel kruipt op een hippiefeestje. Kent zijn zoon Salvador dezelfde schaamte en waar wijst dit op? Het verhaal mocht wel even blijven haperen.

Je voelt je als lezer het meest verwant met de heren als de historische context, wat de Dona’s lezen en beluisteren, wat ze vinden van de actualiteit, even op de achtergrond verdwijnt. Dat lukt het best in het verhaal van de oudste Dona. Omdat dit oudste verhaal het meeste op van Aaltens levendige verbeelding gebouwd is? Maar ook in Gino’s relaas mag het ritme soms trager. De trein dendert door nadat zijn meisje Nicolien tijdens de eerste, langverwachte vrijpartij commandeert dat Gino het leeuwenpak aan moet houden en enkel de ritssluiting op de buik open mag als ze kordaat op hem kruipt. Je blijft als lezer enigszins onbevredigd achter. Want wauw, wat een beelden, maar hoe klopt nu eigenlijk dat Dona-bloed, hoe smaakt het? De paar wervelende of ongemakkelijke emoties die de Dona’s doorleven, mochten meer uitgesponnen worden. Ook een sneltrein staat stil voor hij van spoor wisselt.

In het portret van Salvador Dona, de materialistische zoon van Eduard die in de jaren negentig bakken geld verdient in de reclamewereld en na een mislukte relatie en meervoudige crisis besluit om als docent aan de hogeschool zijn geld te verdienen, ontdek ik te makkelijk trekken van Thomas’ en mijn collega’s. Maar zit de doorn niet in het oog van ‘the beholder’? De verteller maakt veel goed door te vertellen hoe de jonge Salvador met zijn verveelde vader naar het ‘gladgestreken’ popconcert van ABC gaat. Dezelfde letters staan voor protestmars versus commercieel conformisme. Een geboeide lezer ontgaat dit niet.

Toch moet het gezegd worden dat ik het liefst las hoe Gino de wateren overtrok op weg naar Amerika, in een leeuwenkooi, rollend in zijn eigen braaksel en urine. Het gegeven is simpel: vluchten van de oorlog en ook van de eigen achtergrond. Net daardoor komen deze spannende fragmenten het meest tot leven en laten ze mij proeven hoe het was een Dona te zijn.

Geen opmerkingen:

Populaire berichten