zaterdag 7 december 2013

trans-Atlantische nachtmerrie en nooit-meer-als-voorheen-gebed


Een doorsnee zaterdagmiddag. Tegenover mij zit één van de leden van de beperkte groep waarmee ik de laatste maanden het best verbinding kan maken. Het ‘nooit-meer-als-voorheen-leger’. Leven omgegooid of een knagende ontevredenheid met alle oude patronen die nog aan ons kleven. Een veranderde relatie met eenzaamheid. Selectiever in vriendschappen, dankbaarder voor een arm rond de schouder. Wat alles veranderde, verschilt per persoon. Het kan de mensonterende dood van een naaste zijn, een kanker die terugkomt, of - in zijn geval – een zwaar ongeluk dat twee masterdiploma’s inruilde voor chronische pijn. Hij leeft met weinig, maar met smaak of op goede momenten met klaterende gulzigheid. Alles van waarde wordt opgemerkt, zelfs de vissenkop die in mijn diepvriezer ligt en die hij voor zijn vertrek nog in eten zal veranderen. Hij vraagt me wanneer ik mijn ticket boek. Als er morgen niet opnieuw iets gebeurt wat alles omgooit, zullen we de laatste dagen van 2013 in de natuur doorbrengen. In Portugal, waar zijn moestuin staat en hij in de oceaan vissen vangt die hij aan lokale restaurants verkoopt om de niet-reguliere behandelingen te bekostigen. Over morgen doen we liever niet te veel uitspraken. Vandaag is van ons.

Het verwondert hem dat ik me zelfs op een rustige zaterdagmiddag als deze druk maak om de trans-Atlantische handelsovereenkomst, die multinationals nog meer macht geeft om overheden op legale wijze monddood te maken. Dat deze overeenkomst met nieuwe handtekeningen verder bekrachtigd wordt, is toch zo klaar als een klontje? Een voldongen feit waar we al lang in leven. Wat wij kunnen doen, is zoeken naar die ene Amsterdamse plek waar ze geen ‘shicken’ maar ‘chicken’ verkopen. Eigen zaad planten. Begin klein. Verzorg de aarde, als de plant ziek is.

Toch maak ik me onafgebroken zorgen. Dat toonde zich vannacht in een droom over het heden, vermomd als toekomst. De sci-fi sfeer komt waarschijnlijk uit Cloud Atlas overgewaaid, het boek dat ik samen met studenten aan het lezen ben. Daarin worden machtsverhoudingen getoond, die in elk voortschrijdend tijdperk schever en grotesker worden. In mijn nachtmerrie hadden ministeries plaats gemaakt voor bedrijven. De koningen en presidenten waren vertrokken en managers van multinationals grijnsden ons vanop hun tronen toe. Niet alleen de sterren hadden een naam. Elke rivier was bezit geworden. Uit elk zaadje moest winst groeien, al was de klank van winst zo leeg dat onze buiken zwollen van de lucht en we in die vergiftigde lucht stikten. Logo’s werden geprint op de stukken vlees die op de restaurantborden lagen. Als ik zeep uit de dispenser duwde, klonk een gepersonaliseerd reclamedeuntje. Wat het zong, is te intiem om aan uw nieuwsgierige neus te hangen.

Ik probeer mijn nachtmerries op allerlei manieren te bezweren. Gisteren voelde ik energie door mijn benen en voeten de aarde in golven. ‘Gewicht op beide voeten gelijk. De wortel als een ader. De aarde als het vlees’. Deze zinnen rolden in het gebed, dat ik een aantal weken geleden opschreef en tussen twee witte kaarsen voor een veertigkoppig publiek uitsprak. In mijn mooiste dromen, voelde het publiek de golven. De woorden woelen in mij. De woorden moeten klank krijgen. De woorden moeten hoop in zich dragen. Als de lach van Mandela. Tegen de hele realiteit in. Een lach kan zelfs geketend door de ruimte klinken. Wat kan ik doen? Klein beschrijven, klein beginnen. De woorden als een ader, de aarde als het vlees.

Geen opmerkingen:

Populaire berichten