zaterdag 30 juni 2012

Bezittingen op een zomerdag


Er zijn frambozen op de taart. Er is het zweet op mijn wang. Het vlees dat ik voor mijn vader vermaal en in gember en knoflook wentel. Dit alles is zeker: de kat die met het vet tevreden is en tussen deuren en verwarring glipt. De zon op een boek. Een boek in mijn schoot. Er is het maatje dat licht rottend nergens bij past. De twee gordijnen die in de onrust zijn vergeten. De meubels die haastig zijn aangedragen en nog naar beesten ruiken. Dit is mijn huis niet, slechts een deel ervan. Dit is wat traag verandert en zich razendsnel aandient. Dit is wat af en toe verlichting brengt en boven alles verteerd moet worden.

En dan rest er wat ik niet af kan leren. Dat ik een hart heb. Waarvan de grootste kamer misschien te klein zal blijken. De wanden nog te nat, het bloed nog te bang, de adem nog te broos. Ik heb een weegschaal die zwaar doorweegt als ik ze vederlicht betreed en een lijf dat hijgend in treinen uitblaast. Ik heb een boze stem die met geen stokken buiten te krijgen valt. Ik fluister en sluit mijn oren voor wat verder in mij breekt. Dit is wat ik niet kan verteren of verleren. 

Populaire berichten