dinsdag 3 april 2012

De Vier Inzichten en nazicollaborateurs

Door de emotionele stormen in mijn leven zoek ik voor het eerst soelaas in spiritualiteit voor proefkonijnen. En dat nadat ik de boeken van James Redfield en Paulo Coelho eerder in mijn leven geërgerd in de hoek van de kamer gooide. Het kan verkeren. Naar aanleiding van een virtueel gesprek gisteren ging ik de uitdaging aan om een week lang deze vier inzichten toe te passen. Een hele klus in een periode waarin ik me afvraag hoe veel tranen er uit één vrouwenlijfje kunnen komen en de mijn ruggengraat flink op duurzame weerbaarheid getest wordt. Met de eigenliefde en vriendschap met vrouwen zit het ondertussen behoorlijk goed, gelukkig maar. Dat maakt deze periode me duidelijk. En daar ben ik erg dankbaar voor.

Toen ik vandaag na een nacht van drie uur slaap - de kat met het olifantengeheugen was er schuimbekkend van overtuigd dat er een muis onder het nachtkastje zat - met mijn fiets in een rij van naalden reed, heb ik flink op mijn tong gebeten. Het eerste inzicht is immers: 'wees onberispelijk in je woorden'. Dit werd niet veel later nog eens op de proef gesteld toen een collega kritiek leverde waarin ik me erg goed kon vinden. Ik bleef stiller dan anders. Greep geen kruimeltje waarheid aan om er mijn eigen frustraties aan toe te voegen. Of slechts een klein kruimeltje, als ik helemaal eerlijk ben.

'Vat niets persoonlijk op' is het tweede inzicht. Dat vind ik minder moeilijk. Ik weet, na eerder in mijn leven behoorlijke stormen te hebben overleefd, best goed wie ik ben, waar ik naartoe wil en wat anderen aan mijn liefde hebben. Dat betekent dat ik ook vrij snel het onderscheid weet te maken tussen verwijten waarmee ik aan de slag wil gaan en verwijten die deel uitmaken van de spiegel die ik vaak voor anderen ben. Iets moeilijker blijkt het om elke schuld in onkunde om te buigen. Of om het onderscheid te maken tussen ' uitgaan van veronderstellingen', wat je volgens het derde inzicht NIET mag doen, en een sterke intuïtie volgen. Maar goed, 'we doen ons best'. En laat dat laatste meteen het vierde inzicht zijn. Oef.

Rest mij nog één hamvraag. Wat doen we met verontwaardiging? Wat doen we met het onrecht waaruit die verontwaardiging ontstaat? Met honger, oorlog, machtsmisbruik? En, zelfs als je heel erg je best doet, hoe inspireer je anderen en overtuig je hen nog beter hun best te doen? Wat ben ik met de vier inzichten als ik lees wat mijn oom eerder deze week onder de aandacht bracht van de internationale pers en het parlement? Hij ontdekte dat hoogbejaarde, Belgische nazicollaborateurs nog steeds een pensioen ontvangen van de Duitse staat. In de artikels over het onderwerp, die op korte tijd breed verspreid raakten, wordt mijn oom 'zoon van een verzetsstrijder' genoemd. Ik vraag me af hoe bewust hij deze benaming koos. Want 'zoon van een Holocaust-overlevende' zou ook correct zijn. (Voor de geïnteresseerden: hier vind je de informatieve én ontroerende grafrede die Ronald Commers ter gelegenheid van mijn grootmoeders uitvaart schreef).

Kortom: ik ga zeven dagen de uitdaging aan. Maar er resten mij veel vragen. En een erg verontwaardigd gevoel in mijn onderbuik. Dat ik verder niet persoonlijk zal nemen.

1 opmerking:

Hans zei

Succes! Een heus esoterisch zelfverbeteringsprogramma.

Populaire berichten