donderdag 27 januari 2011

De nacht

Niets blijft haken in een dag die als een kind
doorraast over stoeptegels, langs een dronkenlap
en dode raaf, bloemenkramen, een zakenman
die net zijn vrouw verloor en daarom stottert.

Kortom: aandacht is er nooit echt overdag.

Nee, beter is de nacht. Ondanks de zwarte gladheid
heeft hij een weerbarstig karakter. We kunnen
de nacht omhelzen en toch steeds de kleinste zijn -
onder de indruk van wat rond en in ons beweegt

en bang zijn om groots te groeien.



(Fijne Gedichtendag - of beter gezegd Gedichtennacht!)

dinsdag 25 januari 2011

Poëzie van het alledaagse en keiharde seks

Schrijven is als seks. (Heb ik u aandacht, zappende lezer, sprinkhaan met korte aandachtsspanne?). Serieus. Het is een ontzettend cliché dat het oppercliché – in ieder cliché schuilt een kern van waarheid – wulps bevestigt. Als ik eenmaal begonnen ben, denk ik aan weinig anders. En in inktluwe periodes is zelfs een chagrijnige oma er meer mee bezig dan ik. Tot het beest op een dag ontwaakt, met een oergrom, een partner zoekt en deze aan flarden scheurt. Daarna ietwat beschaamd de sporen wist, het hoofd neerbuigt. “Ik heb te veel...” “Of had ik dat maar niet ...”. Fuck it.

Maar goed: deze week komt zowat alles samen. Er is de politiek en het gebrek aan pit daarin - die mij ontzettend hitsig maken. De workshop “Poëzie van het alledaagse”, die ik met collega Harold in elkaar gestoken heb, loopt ondertussen lekker los. Dus ook dat tintelt tot in mijn vingertoppen. Toch ging ik lezen vanavond. Want op mijn nachttafel liggen twee onuitgelezen boeken te kreunen. Net wanneer ik 1 van hen wilde openvouwen, stootten de klanken van “Erotic city” (extended version) door de houten vloer van dit appartementje. Zelfs de puisterige buurjongens zitten blijkbaar in dit complot. Dus ik legde Sign of the Times op en hier zit ik weer te schudden en te schrijven.

Lang maak ik het niet. Maar die week dus, daar op de hogeschool, tussen al die gekke Hollanders. Wat is het daar plezant. Gisteren nam ik aftandse Haan mee naar het kringgesprek over geliefde voorwerpen – enkel de echte vrienden zullen weten wie ik daarmee bedoel en nee, het is geen Waal. Daarna schreven de studenten rondelen over familiefoto’s, een opdracht die ik uit een vroegere schrijfcursus heb geplukt. Vandaag vertelden de studenten elkaar over de ruiltocht die ze gisteren in Amsterdam hielden. En tegen vrijdag moeten ze één voorwerp uit die ruiltocht in een andere context plaatsen en daar… euh… op locatie ‘iets’ mee doen. Een schlager zingen in een volkscafé. Een fototentoonstelling maken in het Oosterpark. Een toneelstuk opvoeren met een marktkramer als Pierrot. Enfin, som maar op, en ik hoop dat wat ze zullen brouwen nog gekker zal zijn dan deze opsomming. Éen groepje wou iets doen met stukken tapijt. Een tuintje maken op zolder. Ik reageerde al een beetje extra enthousiast… Plots riep een meisje, 1 minuut voor de deuren van het klaslokaal sloten, “Vlekken op een tapijt!!! Iedere vlek heeft een eigen verhaal!”

Ik lachte breed en kon het niet laten om een verhaal te vertellen over een fles rode wijn, die ik ooit over het witte tapijt van een nette moeder gooide. Dat vertelde ik.

Maar stiekem dacht ik aan keiharde seks.

zondag 23 januari 2011

Interview met Tom Lanoye

Voor we voor vandaag de boeken dichtdoen, wil ik jullie graag dit aanraden. Een interview op de NOS met Tom Lanoye. Hij legt heel helder uit wat er met België aan de hand is en plaatst dit ook in een historische en internationale context. De Nederlandse journalist zegt weliswaar 'Vlamen', maar laat Lanoye uitspreken, wat in België niet vaak meer gebeurt. Ook voor Nederlanders die nog minder dan ik begrijpen wat er allemaal aan de hand is, is dit interview een absolute aanrader.

Gewijzigde versie van brief aan Bart De Wever

Een aantal onder jullie lezen mijn blog via een feedreader en kregen daarom een vorige versie van de brief aan Bart De Wever te lezen. Die brief bevatte nog een element dat ik er nu heb uitgehaald, omdat het de brief niet sterker maakte en vanuit woede geschreven werd. Ik wil geen pot zijn die de ketel verwijt dat hij zwart is en daarom vindt u op mijn blog een ietwat mildere brief. Met dank aan Punkerke voor zijn terechte kritiek op een medeblogger.

Brief aan Bart De Wever

Beste Bart De Wever

Het is stil in Amsterdam. Mijn landgenoten zijn aan het betogen en daarom is het ook rustig onder de Belgen op Facebook. Het doet me plezier om te zien dat veel vrienden mijn ongerustheid delen. Ik betoog niet mee, maar protesteren doe ik wel. Met een Belgische button op mijn Slavische profielfoto. En niet met een spandoek, maar met een brief.

Op de site van De Standaard las ik het volgende: “Voor de betogers heeft De Wever begrip, maar niet voor degenen die ze proberen te recupereren. ‘Zij die deze betoging misbruiken om gewoon het status quo te behouden en er een pro-België en anti-N-VA-verhaal van te maken, voor hen heb ik deze boodschap: wees nu eindelijk eens eerlijk en zeg openlijk wat je echt wil. Wie ons kwijt wil, moet het zeggen. Wij willen nu duidelijkheid van iedereen.’ ”

Eerlijk gezegd snap ik dit niet. Laten we ervan uitgaan dat met het Belgische woord ‘recupereren’ rekruteren bedoeld wordt. Dan zegt u dat u wel begrip heeft voor de betogers die zomaar meelopen, maar niet voor zij die betogen omdat ze zich niet kunnen vinden in de ideeën van de NV-A. U heeft geen begrip voor uw echte tegenstanders, maar toch moeten ze u eerlijk en openlijk zeggen wat ze willen. Wilt u dat echt? Wel, mijn antwoord is “Ik wil u kwijt”. Luid en duidelijk wil ik dat gerust in uw oor komen roepen.

Maar goed, we raken u voorlopig niet zomaar kwijt. Zullen we maar even terugkeren naar de tweede alinea uit deze brief? Ik vind het immers erg gemakkelijk en zielig wat u daar zegt. Het is zoals ruzie hebben met iemand die bij de minste kritiek keihard gaat janken en roept “Als ge mij haat, zegt dat dan hé.” Komaan De Wever, uw papa is geen politieagent en we zijn allemaal volwassen. Ook al zou ik uw vertrek geen moment betreuren, dit scenario vormt een weinig vruchtbaar vertrekpunt voor verdere discussie. Dus laten we er even vanuit gaan dat u blijft en dat u zelfs – in een realistisch rampscenario – met uw muilentrekkerij nieuwe verkiezingen weet af te dwingen.

Vorige week ben ik met een Belgische expat op café gegaan in Amsterdam. Omdat hij mij in zijn uitnodiging ‘een echte Vlaamse’ noemde, begon er iets te borrelen in die gedetermineerde onderbuik van mij. Maar toen dacht ik, “Komaan Marie, niet flauw doen. Ga eens praten met de tegenstander.” Ik ben dus wijn en bier gaan drinken met de Vlaming in kwestie. En geloof het of niet: het was supergezellig. Zo gezellig, dat we zelfs over onze tegenovergestelde politieke visies konden praten en daarna nog een uur lang over andere zaken. Hij legde mij uit waarom hij voor u gestemd had. ‘Responsabilisering’ zei hij en voegde hieraan toe dat als hij in juni geweten had dat het allemaal zo’n vaart zou lopen, hij wel 2 keer had nagedacht over zijn stem.

Aan de ene kant is zijn twijfel hoopgevend. Dat betekent dat er ondertussen toch een aantal van uw tienduizenden aanhangers aan het twijfelen zijn. Misschien dat u daarom ook een beetje bang wordt en op de nieuwjaarsreceptie onzin begint uit te kramen. Maar toch snap ik de houding van de expat niet. Ik vond hem naast gezellig immers ook best intelligent.

Wat ik niet snap? Wel, wie stemt op een separatistische partij die populair wordt door het opkloppen van negatieve gevoelens als cynisme, angst en polarisatiedrang, had dit allemaal van ver kunnen zien aankomen. Kortom: als ik met mijn herseninhoud op NV-A had gestemd, dan zou ik nu erg trots op u zijn. U doet het immers niet slecht voor een separatist. Toegegeven, het is een beetje onhandig dat die impasse zo slecht is voor de economie en het imago van België. Maar in feite is dat ook superhandig. We geven de plant geen water, wijzen ernaar en kunnen dan keihard roepen: “Kijk, ik heb gelijk, die plant is niet levensvatbaar.” Bovendien is het mooi meegenomen dat ook de Franstaligen regelmatig dwarsliggen, of dat een enkeling af en toe net zoals ik vanuit zijn onderbuik roept “da ge ne vuile fascist zijt”. Al deze toestanden leiden mooi de aandacht af van uw masterplan: de Vlamingen massaal betoveren met woorden als ‘responsabilisering’, ze wijsmaken dat ze erg benadeeld en bedot worden, ondertussen met vingertjes wijzen en maandenlang blijven kijken naar hoe de boel van binnenuit verrot.

Zoals ik al zei – ik kan het u amper verwijten. De politicus wordt slechts iemand van belang als hij genoeg stemmen krijgt. En dat heeft u – toegegeven – knap gedaan. Ik weet dus ook niet goed wat ik u nog meer kan zeggen dan “Ik wil u kwijt”. Want nieuwe verkiezingen vrees ik. En zelfs uw redelijkste akkoord zal het land verder schaden. Maar misschien is dat toch nog iets minder schadelijk dan het besmettelijke cynisme dat tot ver over de landsgrenzen reikt, tot aan deze tafel, in het hartje van Amsterdam.

Dus, vooruit met de geit. Afbollen of eindelijk beginnen aan een akkoord. Dikke vriend, wat betekent ‘responsabilisering’ voor u? En waarom koos u niet lekker helder voor het woord ‘verantwoordelijking’? De spellingscorrector herkent vooralsnog geen van beide woorden. En ik vind de Vlaamse equivalent ook best goed bij u passen: nog potsierlijker en uitgesproken krommer dan de lelijkste contradictie in dat masterplan van u.

Met onderkoelde groeten
Marie Meeusen

P.S. Luister ook hier eens naar. Stefan Hertmans mag u ook een brief schrijven.

zaterdag 22 januari 2011

40 stappen om als belezen vrouw een salsa-avond waardig en zonder kleerscheuren te overleven (met kersverse vriendinnen).

1. Spreek nooit van tevoren af dat je salsa gaat dansen.
2. Start de avond met een cultureel evenement. Een toneelstuk of een vernissage in de Brakke Grond bijvoorbeeld.
3. Praat niet over politiek, maar enkel over jezelf, elkaar en over mannen.
4. Vertel ook verhalen over de zwakke kanten van mannen. Dit helpt later om de heupen sneller los te krijgen.
5. Drink al een aantal glazen wijn en begin wat meer te giechelen.
6. Laat het idee om naar een salsabar te gaan plots, maar gelijktijdig ontstaan.
7. Reageer enthousiast op het idee, maar vermeld voor de vorm ook nog de andere opties.
8. Zoek even op welke bars vijf jaar later nog bestaan. Schrap een aantal keuzes. Hou de beste over.
9. Ontdoe je, mocht dat nog nodig zijn, van alle mannelijke wezens. Zeker liefjes, maar ook beste vrienden en homo’s mogen niet mee.
10. Twijfel nog een beetje aan de ingang. Wederom voor de vorm.
11. Reageer een beetje onwennig op de eerste man die toenadering zoekt en maak het kringetje waarin je staat wat kleiner.
12. Betaal de eerste drankjes zelf.
13. Zeg dat je al lang geen salsa hebt gedanst (voor zij met leservaring) of dat je nog niet zeker bent dat je wel zal dansen (voor zij zonder leservaring).
14. Spreek luidop bewondering uit voor het ene koppel dat al bij aanvang de sterren van de hemel danst.
15. Bewonder de glanzende benen van de vrouw van het paartje, maak een compliment over haar hooggehakte muiltjes en haar zwierige draaiingen.
16. Beperk de meewarigheid in je stem tot het absolute minimum. Besef: zij durft en kan wat jij niet durft en kan.
17. Kijk, als je voor het eerst gevraagd wordt, meteen schaapachtig naar je vriendinnen. Vertel met je ogen dat je echt niet kon weigeren.
18. Krijg je een drankje aangeboden, protesteer dan almaar zachter gedurende 3 minuten en zorg ervoor dat alle vriendinnen een drankje krijgen.
19. Betaal zelf de cocktails, laat de mannen cola’s brengen. Of bier, mocht 1 van de dames Belgisch zijn.
20. Zet je talenkennis in ten behoeve van het kringetje. Sluit elkaar niet uit. Als het Portugees, Spaans of Frans niet zo goed lukt, laat de mannen dan Nederlands praten. Maak grapjes over de harde en zachte G.
21. Laat altijd zien wie de baas is.
22. Trek pas een kledingstuk uit als je het echt te warm hebt.
23. Laat geen borsten uit bloesjes hangen. Steek etiketjes weg bij elkaar.
24. Kies gezamenlijk de knapste man uit. Schuif hem door naar elkaar.
25. Neem geen I-phones mee. Mocht zich er toch één in een handtas bevinden, zorg dan voor een rolverdeling waarbij 2 vriendinnen dansen en 1 de hele handel bewaakt.
26. Besef dat de bewakende rol helpt om nog scherper te observeren.
27. Schakel zoveel mogelijk de reukzin uit. Denk niet na over eigen zweetgeuren.
28. Blijf de knapste man doorgeven. Geef hem geen telefoonnummer.
29. Doe enkel uitspraken over strakke biceps en fijne gelaatstrekken. Bespreek dit enkel in het kringetje en nooit met de mannen in kwestie.
30. Hou je mond over buikspieren of de golving van een penis in een strakke broek.
31. Aanvaard enkel nog cola van zodra je voor het eerst bijna je enkel verzwikte. Of iets te veel naar die golving kijkt.
32. Maak de golving openbaar bezit en schuif de knapste man nogmaals door.
33. Herinner elkaar er af en toe aan dat het belangrijk is dat je kan praten met een man. Goed kunnen dansen is niet voldoende.
34. Blijf dame en meesteres van je eigen lichaam.
35. Besef dat de lelijkste man vaak de beste danser is. Probeer hem dus ook even uit. Dans niet met de inheemse mannen.
36. Als er plots een kat langs je benen scheert en een man op de grond een imitatie van Jim Kerr ten berde brengt, besluit dan tegelijkertijd weg te gaan.
37. Verlaat het pand even fluks als je gekomen bent. Voor de vorm.
38. Reageer niet op het donker individu dat op straat roept: “Hé schatje, een zwarte lul maakt mooie kindjes.”
39. Blijf niet te lang bij deze uitspraak stilstaan, giechel nog een laatste keer en geef elkaar een dikke kus.
40. Maak je man bij thuiskomst niet wakker. Vertel niets, maar val tegen zijn rug in slaap.

donderdag 20 januari 2011

Hiep hiep Huiverinkt (3)

Ik ben geen blogger in hart en nieren. Daar ben ik veel te perfectionistisch voor en zuinig met woorden. Aangezien ik niet aan het solliciteren ben, zal ik het anders zeggen... ik ben een nerveuze pezenwever, een muggenzifter, mierenneuker, kattenontvlooier, een purist met dialectische tongval. Op dit moment schrijf ik rechtstreeks in het kadertje van Blogger. Dat is nog maar de vijfde keer in drie jaar Huiverinkt. Ik mag vandaag alleen terugkeren om tikfouten eruit te halen. Woorden vervangen door andere woorden, grijze muizen omwisselen voor protserige pauwen, dat mag ik vandaag niet. En over tien minuten moet dit online staan.

Hoe ik perfectionistisch ben? Wel, ik kan om drie uur 's nachts uit bed springen omdat ik plots besef dat ik twee spreekwoorden met elkaar vermengd heb tot één drakenconstructie. Die ene keer dat een vriendin me wees op een dt-fout in een Facebookstatus, liet ik alles vallen om die fout meteen weg te halen en ik was er letterlijk een week lang beschaamd om. Waar dit allemaal vandaag komt, weet ik niet zo goed. Het is het enige ding waar ik echt goed in ben, denk ik soms. Het is beter dan echt goed zijn in weinig eten. Misschien moet ik van dat mierenneuken nog iets meer mijn beroep maken. Een bijberoep.

Maar goed, daarom blog ik weinig en verschijnen er tussen die weinige blogposts relatief veel "Sorry dat ik niet meer schrijf-posts". Een afgezaagd excuus dat vooral dient om mezelf aan te porren. En een Nederlandse collega die me vanmiddag vroeg wanneer ik nog eens iets in het Nederlands ging schrijven, dat helpt ook. Ik ben vrij behaagziek, ook al heb ik niet altijd even veel lezers om te behagen. En weet ik ook niet goed waar ik u het meest plezier mee doe.

Iedere dag denk ik: ik moet daar weer eens een steen gaan leggen. Op Huiverinkt. Geen ei, maar een steen. Die loodzwaar op je maag ligt (een brief aan Bart De Wever bijvoorbeeld). Een barokke steen met mooie krullen. Of juist een gladde, minimalistische steen, zonder franje, geen woord te veel, pas op, 't is minder zacht dan het eruit ziet, kijk uit dat je je niet snijdt aan de randen.

Maar goed. Vanavond niet. Vanavond ga ik voor het cement. Je kunt er geen Huiverhuis mee bouwen, maar zonder cement blijven die stenen ook niet op elkaar staan. En ik heb al genoeg stenen buitenshuiverhuis gelegd. Volgende week start de "studieregiepunten"-week, die ik met collega Harold in elkaar gebokst heb en waar ik ontzettend veel zin in heb. Bent u even benieuwd als ik naar wat de studenten ervan zullen bakken? Volg Parels en Zwijnen, want daar posten we hun gedichten, foto's, documentaires. Of weet u een plekje of werkje voor Orfee in Amsterdam, klik hier dan even verder. Hoorde u niet bij de 80 gelukkigen die vandaag een ietwat wanhopige "Kluger Hans zoekt abonnees"-mail kreeg, klik dan hier om op een andere manier te weten te komen waar u nog 25 euro aan kan uitgeven. En o ja, ik kreeg een eerste aanbod om in Amsterdam op te treden. Amsterdammers, schrijf alvast 25 februari in uw agenda. Het thema - protest - staat al in rode letters op mijn borst gekalkt.

Tot de volgende steen!

(Ik heb echt maar drie woorden vervangen... En wat nog minder gelogen is: ik besef na de tiende minuut dat Huiverinkt over drie uur jarig is. Niet gelogen. Deze peuter wordt nu een echte kleuter, want is verdomme al drie jaar geleden dat ik dit schreef. (En dit 2, dit 1). Ik mag dan geen blogger in hart en nieren zijn, er zijn er toch maar weinig die me dat nadoen... Waarvoor een pluim op eigen hoed.)

donderdag 13 januari 2011

Phoenix

Les recettes de mon père – tout est perdu.
Le pyjama qu’il portait la semaine avant qu’il…
- je ne peux pas dire plus.

La guitare sur laquelle Bono a mis son nom.
Et les musiciens – le guitariste et le batteur aussi.

Je n’osais pas inspecter ce qui me restait
Parce’ que comme ça il devenait clair ce que…
- je ne peux pas dire plus.

Un portrait de mon frère comme enfant.
Le peintre me disait toujours: les yeux disent tout
et quand il peignait il ne disait rien du tout.

Mon père était docteur à Westerbork
Et il écrivait des lettres à ma mère
et disait – je ne comprends pas des enfants comme lui.
Je ne comprends rien du tout – il est trop petit.

Des gramophones d’avant la guerre
des phonographes et tout ce qui concerne
la technique préhistorique. Tout est perdu.

Ici vous trouvez l'inspiration...

dinsdag 11 januari 2011

Une petite idée d'une petite belge...

Enfin, ça commence à bouger en Belgique. A partir d'ici, Amsterdam, je vois toutes les conneries qui se produisent dans mon pays. Après quatre mois d'immobilité et de silence indifférent et impuissant, ça démarre. Des manifestations de groupes de protestation expliquant ce qui les inquiète ... Finalement les gens disent qu'ils en ont marre. Ici (No gouvernement? Great country). Et ici. (Camping16). Par example.

Je me pose la question: "que pourrais-je faire?". J'aime mon pays et j'aime la langue française (et j'adore Jacques Brel), mais en même temps il y a si longtemps que je n'ai plus écrit en français et je n'ose plus le faire. Une langue qui fait partie de mon identité nationale mais que je n'ose plus utiliser. Pourquoi pas? Il y a pire!

Je propose que tous les bloggers de la Belgique qui ne veulent pas que leur pays soit encore plus divisé, pratiquent pendant une semaine une autre langue de la Belgique. Ne serait-ce pas formidable? Beaucoup de choses me traquassent depuis longtemps. Il est temps que je fais entendre la voix sans la briser. Je voudrais murmurer, ne pas crier: "J'aime la Belgique!"

zaterdag 8 januari 2011

Polderlicht


Ik krijg in Nederland af en toe een flinke klap op mijn schouders. Of een kusje op mijn voorhoofd. De boodschap is gelijk: we hoeven ons heus niet zo klein te voelen, wij Belgen. We hebben genoeg hoffelijkheid en zachte poëzie te bieden, dus het wordt tijd dat we een regering vormen en dat minderwaardigheidscomplex overboord gooien. Meestal ga ik hier niet op in, maar grinnik ik wel stilletjes. Want eerlijk gezegd – Nederlanders en Belgen kunnen er allebei wat van.

De Belg uit dit in een gefrustreerde houding tegenover de lawaaierige noorderbuur – vaak compleet ongegrond en bijna altijd overgoten met een dikke saus van ‘eerdere ervaringen met Ollanders’ en een heleboel vooroordelen. De Nederlander van zijn kant kijkt maar al te graag in de spiegel om zich er luidop van te vergewissen dat hij er nog is. Even checken of hij daar nog staat, de botte lul met brede schouders, die zichzelf een eerlijke hufter noemt en daar zelfs in de serenere tv-programma’s van Nederland 2 ernstig onderzoek naar doet, gespalkt door meningen van filosofen, cultuurwetenschappers, onderbouwd door Meningen met grote M. Het viel me vandaag op dat twee ‘commercials’ in hetzelfde reclameblok beginnen met “Wij Nederlanders”. Wij Nederlanders houden van soep en wij Nederlanders letten graag op ons geld. Het zal allemaal wel – maar wie is het nu het zekerst van zijn stuk? De stille foeteraar die zich in een kudde laat meevoeren door een lillend stuk Vlaams vlees (en als hij niet meeloopt, komt hij evenmin in opstand)? Of de Nederlander – recht voor de raap en niet te beroerd om te vertellen wie in het pashokje zijn stem heeft gekregen… De Nederlander – voor wie de Tweede Wereldoorlog de eerste was en allang geen enkele invloed meer heeft op wie hij nu is.

Zoals wel vaker wordt de inleiding langer dan wat ik wou vertellen. Maar dat komt misschien doordat er weinig woorden zijn voor wat ik nog wou zeggen. Vorige week liet ik me door een collega meeslepen naar Polderlicht. “Licht- geluid en videokunst op verschillende adressen in de Amsterdamse Oosterparkbuurt.” Polderlicht@home heette de editie van dit jaar, waarin de kunstenaars gericht iets hadden gemaakt wat ze bij het stulpje van de bewoners vonden passen. Het hart van deze buurtactie lag in de Vrolikstraat. Een straat die de moord op een 12-jarig meisje in de jaren '90 als startsein aangreep om in samenwerking met buurtcorporaties de buurt van haar grimmige imago af te helpen. En dat lijkt wonderwel gelukt. Dat Theo van Gogh een paar jaar geleden om de hoek vermoord werd, is niet meer dan een voetnoot in een lange geschiedenis van een straat met een bloeiende, kleurrijke buurtwerking.

Op zich mag deze achtergrondinformatie geen doorslaggevende factor zijn in de beleving van de toeschouwer-wandelaar. Maar wat in kunst niet mag, wordt stiekem toch beslissend. Ik moest dus een paar keer flink slikken, toen ik het enthousiasme zag van de mensen die hun huis uitleenden aan de kunst. En de gedrevenheid waarmee een handje vrijwilligers en kunstenaars vorm en inhoud gaven aan het hele gebeuren. Veel ervan was niet mijn ding. Wel keek ik met ingehouden adem naar de videobeelden waarin Femke Moedt twee omgedraaide wijnglazen aan haar voeten had gebonden en voorzichtig maar zeker leerde lopen op glas dat niet mocht breken. De gastvrouw vertelde enthousiast dat Femke zich liet inspireren door de geisha's en zelf een echte rijzige Hollandse is. In een ander huis stemden twee reusachtige vioolconstructies zich op elkaar af. “Het huwelijk” heette het geheel, en beide instrumenten hadden sensoren. Bij de minste beweging van de toeschouwer streek een strijkstok subtiel over een grotee snaar. Achteraan in de ruimte vertelden een heleboel krantenknipsels het kleurrijke verhaal van de Oosterparkbuurt.

Toen het donker werd, gingen we met bevroren vingertoppen nog een laatste woning binnen - het laatste punt van ons parcours. Een forse vrouw van achteraan in de dertig of begin veertig troonde ons mee naar de zolder, die net zoals de rest van het huis verbouwd werd. Ze drukte op een knopje en voor onze neus begon een verlicht treintje aan zijn wonderlijk parcours. De rails gleden onder glas van allerlei vormen en kleuren, mandjes en een winkelwagentje. Wanneer het treintje voorbijkwam, schenen de wonderlijkste schaduwen op de zoldermuren. Mijn lief, de collega en ik keken ademloos. En drukten nog vijf keer op het knopje. Een man kwam naast ons staan. Warrig haar en lieve ogen. De kunstenaar natuurlijk (1 van de 2, bleek later). Ik wou hem bij zijn schouders grijpen en hem vertellen hoeveel deugd dit me deed. Een oase in het midden van al dat lawaai en 'o zo hard proberen'. Atypisch was dit, niet hip en daardoor zo menselijk en herkenbaar. Ook dat hebben we gemeen. Maar ik zei niks, behalve dat ik zou proberen er een stukje over te schrijven.

De foto plakte in een mail die ik achteraf van Polderlicht-organisatoren John Prop en Loes Diephuis kreeg. Weet niet wie de fotograaf is.

vrijdag 7 januari 2011

De nachtraaf

KRAK. Daar kraakt een nachtraaf nog een noot. Of PLOF – de noot blijkt een bes te zijn. Meer dan een zoetsappige stroom die van de boomstam glijdt, heeft de raaf niet meer te bieden. Zijn snavel is niet scherp genoeg. Betekenisloos zonder meer en zeker zonder luisteraars. Of is er daar een kind dat zich in de wortels verschuilt? Een heel vroege vlinder die alvast zijn vleugels uitprobeert en bij het minste geluid weer landt op een met mos begroeide stronk? Droom verder wereld. De kat strekt zich uit op het schapenvel.

Ik weet het niet of daar nog iemand is. En bovendien is dit niet meer dan het ongeduldig tikken van een schramme pen – die na drie dagen bros beschuit in een maag gedrenkt met venkelthee – zacht in me zingt… “Buig me, zuig me uit, gebruik me desnoods hardhandig”…

dinsdag 4 januari 2011

Uitslag poll 10: "Dat Marie naar Amsterdam verhuist..."

Nu ik na 2 dagen buikgriep niet veel meer ben dan een lichaam dat uit botten, vlees en veel minder water bestaat, kortom een vod met een kop die nog nazindert van de koorts... Nu ik me 2 dagen lang erg veel heb kunnen wentelen in zelfmedelijden en andere belachelijke gedachten... is het misschien eindelijk tijd voor de uitslag van poll 10 - de meest narcistische tot nu toe: "Dat Marie naar Amsterdam verhuist...". Het is oud nieuws, maar ondertussen is poll 11 al afgerond en ik ben te veel gehecht aan de juiste volgorde van dingen om poll 10 zo maar te laten vallen. Dus ziehier:

1. kan mij niks schelen. Ook daar kan je schrijven, toch?: 5 stemmen

Ja, inderdaad, maar of ik het meer doe hier valt vooralsnog te betwijfelen.

2. vind ik behoorlijk spijtig. Ze gaat te ver weg/komt te dichtbij: 8 stemmen

De winnende keuzemogelijkheid. Wegens een dubbele vraagstelling zal ik me niet wagen aan het trekken van conclusies. Wel kan ik besluiten dat Huiverinkt nog steeds het meest gelezen wordt door mensen die me ook in het echt kennen. Shame on me en lief van hen.

3. is leuk. Belgen zijn een beetje bizar maar schattig: 5 stemmen

Ik durf ervan uit te gaan dat hier vijf Nederlanders aan het woord kwamen. En zowaar, wat verklappen de statistieken van deze blog? Ik kreeg de laatste maanden meer bezoek uit Nederland dan uit België. Net iets meer. (Deze maand: 163 Nederlandse en 161 Belgische bezoeken). Dat kan twee dingen betekenen: ik hoor hier thuis EN/OF ik word daar snel vergeten.

4. Dit is de slechtste enquêtevraag ever: 4 stemmen

En opnieuw heeft de massa ongelijk. Dus laat ik u het vanuit de marge nog het allerbeste wensen. Een jaar vol kippenvel, goosebumps, kiekenvlees. En dat alles op poëtische wijze welteverstaan.

Populaire berichten