woensdag 27 oktober 2010

De pinguïn


Als de toeschouwer zijn blik op mij laat vallen en op het gras
op mijn lusteloze vleugelslag en houding van een oude vrouw
heeft hij moeite te geloven dat ik ooit een pinguïn was.
Toch is het zo; ik ben een pinguïn aan een denkbeeldig touw.

Dat touw loopt uit de ogen van wie aan de dierentuinhekken staat.
Het verstrikte in een ver verleden de warme vezels van mijn ouders
en draait zich tot mijn dood rond mijn poten en ruggengraat;
ik dans voor u en draag uw vermaak op mijn smalle schouders.

Steeds minder droom ik van hopen ijs en bergen van sneeuw
Want de schotsen uit mijn dromen zijn wankel en heel glad
Als ik na zo een nacht het gras betreed voel ik een schreeuw
die mijn vetgevoederd lijf doormidden snijdt in het koudwaterbad.

Ik heb gisteren een bezoekje gebracht aan Artis. Altijd leuk, apen staren tijdens de herfstvakantie, maar af en toe werd ik er ook droevig van. Daarom een klein eerbetoon aan de pinguïn. In memoriam de octopus die de uitslag van de WK-wedstrijden zo goed wist te voorspellen en ook de panter uit het gedicht van Rainer Maria Rilke.

donderdag 14 oktober 2010

Smileys van crêpepapier

Ze waren fragiel en verloren op een winderige dag al snel een deel van hun blaadjes. Maar hoewel haar mooiste exemplaren schril afstaken tegen de weelderige bloemen van de buurvrouw, verkocht ze allerminst slecht. Over goede verkoopstechnieken beschikken was minstens even belangrijk als het aantal gekleurde lagen crêpepapier waaruit de bloemen zorgvuldig waren opgebouwd.

Meer dan van het knutselen hield ze van het vergaren van een startkapitaal. Wie de ambitie had om op te klimmen tot een bloemenpotentaat, moest immers kilometers lang het strand afstruinen op zoek naar schelpen. Het kleine zusje begreep de finesses van het systeem nog niet en kwam om de zoveel tijd enthousiast met een handvol doordeweekse schelpen aanzetten. Maar dat deerde niet, ze werd steevast meegetroond tijdens de kooprondes en af en toe deden haar groene amandelogen de prijs van de bloemen een stukje zakken.

De valuta die gehanteerd werd, wisselde van zomer tot zomer. Waren de kokkels schaars, dan was het een kwestie om juist deze te vinden, al moest je daarvoor soms naar het volgende kuststadje wandelen. Sommige handelaars gaven stiekem meer om de schelpen dan om de bloemen. Bij hen kon je dus de mooiste bloem ruilen voor de grootste geribbelde kokkel.

In de zomer van 1990 – het kan ook een zomer eerder of later geweest zijn – waren de kokkels niet schaars meer. Daarom schakelde het hele bloemenverkopende strand over op ‘couteaukes’- zaagvormige schepjes die echt een beetje pijn deden als je ermee in je arm sneed. De grootste zus vond het ondertussen een beetje kinderachtig, dat hele bloemengedoe. Dus liet ze de winkel aan haar zusje over. Zelf ging ze wel zaagjes zoeken.  In het knutselen was ze sowieso nooit zo goed geweest.

Die zomer werd het strand plots overspoeld door luidruchtige tieners met flashy t-shirts aan, waarop grote gele smileys getekend waren. Ze brachten grote ghettoblasters mee – die pardoes neerploften in het zand. De bassen van de New Beat-muziek bliezen die zomer haar bloemen omver. Mama drukte de vingertoppen ostentatief in haar oren. Het oudste zusje vond de muziek ook maar gek klinken, maar snapte tegelijkertijd dat ze toch te jong was om er iets van te begrijpen. De ene was te oud, de andere te jong.

Afgelopen weekend gingen de paar aanwezige Belgen op de Amsterdamse housewarming compleet los. “This is the sound of C. The sound which creates a new dimension”. De overblijvende Hollanders keken verbaasd toe, en één Nederlander – het feestbeest met de melancholische ogen - riep heel luid “Fvvvvvvvvvvet, wat is dit???’ Dat is New Beat, riep ze terug. “En in die tijd verkochten we aan de kust bloemen van crêpepapier”.

Populaire berichten