dinsdag 12 februari 2008

In memoriam Rachel Souritz (bomma Mart)

Eigenlijk is het op dit schrijfmoment net geen elf februari meer. Wel twee-duizend- en-(n)acht. Raar hé, we dachten toen echt dat satellieten rond onze oren zouden vliegen. Maar nee, jij bent gewoon tien jaar dood en ik stotter nog steeds. Ik leer ieder dag onnodige regels bij, en waar ik echt in wil geloven verdwijnt zo nu en dan achter de sterren.

Meisjelief, wat is dat missen soms hard. Mijn slapen knellen, mijn bloed stolt in stukken op dit blad. Geen compassie he. Dat laatste is al goed genoeg. Daar vullen we makkelijk dromen mee.
Seg, lachen we samen even die brekende tekens uit dat vorige deel weg, bomma? De adem van jouw broer en zus in gaskamers. We lachen ze weg en daarna klauwen we naar mijn Grote Boze Wolf. Hij was niet lief, bomma. Hij heeft mij pijn gedaan.

Ringen van een boom. Jouw rimpels die ik krijg. We blijven lachen tot kersen uit de bomen vallen, vogels op ons hoofd kakken. Samen heksensoepjes brouwen, dat wil ik. In een verroeste bak met twee takken om te roeren. Of één stok en vier krachtige handen. Basis: modder en Dreft, slakken, knollen en een handvol rode aarde. Zo draait de aarde weg. De bladzijde om. Zijn slangenhuid verpulvert op de grond. Enkele spreuken zijn krachtig genoeg.

Ik ga slapen, liefste. Je vraagt me om te dromen. En ik heb nog een heel leven om je rug te eren. Het strelen van mijn haar. Jouw geur. Je ogen, je vuur. Ik mis je.

Een oude witte vrouw die langs de oevers van mijn wereld vaart. Waar ik tot rust kan komen. Als de inkt op is zijn er geen bonkende slapen meer. Dan kom ik tot rust. Bij jou.

Populaire berichten